Willy Naessens

ALS JE NU TERUGKIJKT OP JE PARCOURS, WELKE LES ZOU JE JONGE ONDERNEMERS ANNO 2023 MEEGEVEN?

“Je moet in de eerste plaats letten op je gezondheid, dat blijft de basis. Daarna moet je veel nadenken, liefst zo logisch mogelijk. Gebruik je gezond boerenverstand. Zorg dat je je vak goed kent en informeer je: ga naar beurzen en lees vakliteratuur. Zorg dat je je stiel door en door kent. En belangrijk, laat je omringen door mensen die bekwaam zijn, liefst mensen die slimmer zijn dan jezelf. Bij mij waren dat vaak ingenieurs.”

BEHOORT RISICO’S NEMEN OOK TOT DE TIPS DIE JE GEEFT, OF KOOS JE ALTIJD VOOR VEILIGE KEUZES?

“Als je twijfelt over keuzes, neem dan berekende risico’s. Als wij investeerden in machines of gebouwen, keken we altijd goed hoeveel werk daar tegenover stond. We hebben in die periode veel materiaal en gebouwen gehuurd. Eens we dan min of meer zeker waren van ons stuk, kochten we dan zelf die machines en gebouwen zodat de huurkost verdween.”

HEB JE HET MAXIMUM UIT JE ZAKELIJKE CARRIÈRE GEHAALD?

“Zeker en vast. Ik heb nooit gedacht dat we zouden geraken waar we nu staan. We hebben 2.200 werknemers in ons consortium, die zijn tewerkgesteld in 52 bedrijven. We boeken een omzet van meer dan één miljard euro. Het resultaat van hard werken, logisch denken en berekende risico’s nemen. De centrale woorden bij die realisatie zijn goesting en motivatie.”

WELKE AMBITIES HEB JE NOG?

“Op mijn 84ste wil ik vooral proberen gezond te blijven. Ik wil ook tijd maken voor mijn kinderen en kleinkinderen. Daarvoor heb ik nu wat meer ruimte dan vroeger, maar vergis je niet: ik werk nog elke dag, tenzij ik ziek ben. Dat werken is nu wel op mijn tempo, dat van vroeger hoef ik niet meer te halen. Ik ben voorzitter van de hele groep en kijk mee toe of er geen abnormale of domme dingen gebeuren. Daarbij is de verticale integratie belangrijk, waarbij we zelf de hele productieketen in de hand houden met bijvoorbeeld eigen transport- en montagebedrijven.”

HOE LANG GA JE NOG DOOR?

“Ik probeer me vooral te amuseren bij het runnen van de bedrijven. Ik werk nog vijf à zes uur per dag, dat is voor mij niet lastig en voor de rest doe ik wat ik graag doe, waaronder met de paarden rijden. Die zijn nog altijd belangrijk voor mij. Mijn vrouw heeft nog meer ambitie dan ik in het bedrijf, terwijl het niet echt meer nodig is. Als zij stopt, stop ik ook.”

DE MANIER WAAROP JE PUBLICITEIT MAAKT, IS OOK EEN HANDELSMERK VAN JOU.

“We hebben er altijd voor gezorgd dat we in de picture kwamen. Die reclame is heel belangrijk. Als we een gebouw plaatsten, gingen we al op zoek naar een nieuwe klant, want niemand zet elk jaar een nieuw gebouw (lacht). Goeie vertegenwoordigers gingen dan op zoek naar nieuwe projecten. Die moesten graag met hun job bezig zijn, het moest als het ware een hobby zijn voor hen.”

HOE KWAM JE OP DE SLOGAN ‘NOG EEN WERF VAN WILLY NAESSENS’?

“Een concurrent uit Meulebeke kwam in mijn omgeving bouwen en ik zag een bruisende werf ontstaan. Twintig kilometer verder zag ik nog een werf van hen. Het zette me aan het denken en resulteerde uiteindelijk in de slogan. Op den duur begonnen de mensen dat te herkennen en dat zorgde voor naambekendheid. Al onze vrachtwagens en bestelwagens zijn bestickerd met hetzelfde logo en die slagzin. Publiciteit is herhaling, mensen moeten je regelmatig zien. Als je ooit een zwembad wil bouwen, ga je automatisch een offerte opvragen bij ons. Wellicht denk je aan Willy Naessens omdat je ergens wel een werf van ons bedrijf hebt gezien.”

IN JE BOEK STAAT ER OOK ‘ZOLANG IK LEEF, GAAN WE NIET NAAR DE BEURS EN VERKOPEN WE DE ZAAK NIET’. WAAROM NIET?

“(lacht) Zonder twijfel. Ik wil de druk niet om elke drie maand met goeie resultaten te moeten uitpakken. Het is als een zweep die achter je aanzit. Een enorme dwang. Met een familiaal bedrijf kan je dat niet. Zolang ik leef en nuchter kan nadenken, gaan we dus niet verkopen, noch naar de beurs. Met ons bedrijf kunnen we investeren op lange termijn, bij de beurs moet alles zo snel mogelijk opbrengen. Als het niet goed gaat op de beurs, zijn de mensen weg.”

JE BENT EEN ONVERBETERLIJKE OPTIMIST. BEN JE ZO GEBOREN OF BEN JE DAT DOORHEEN DE JAREN GEWORDEN?

“Van nature ben ik iemand die alles positief ziet. Soms als mijn gezondheid het een beetje laat afweten, verdwijnt dat gevoel de laatste tijd snel. Ik heb vier keer kanker overwonnen en dat geeft me moed. De twee dokters die me hielpen ben ik heel dankbaar. Als ik op dat moment niet in Leuven verzorgd was geweest, was het zeker anders afgelopen. Die artsen hebben me gered.”

WELKE BAND HEB JE MET KNOKKE?

“Mijn grootste hobby zijn de paarden en met hen gaan rijden, liefst in de streek. Ik ben al verschillende keren in Knokke geweest, met uitstapjes tot in Nederland. Ik kom er ook graag omdat we twee bedrijven hebben aan de kust. Het nuttige aan het aangename koppelen heet zoiets (lacht).”