“Op mijn tiende nam mijn vader mij voor het eerst mee naar het circuit van Buenos Aires om er een F1 Grand Prix bij te wonen”, steekt Juan Carlos Ferrigno van wal. “Op een heel bijzondere manier voelde ik me gegrepen door de Porsche 917. Het leek wel of ik er verliefd werd op sportwagens en F1-bolides. Ik herinner me nog goed hoe ik de twee weken nadien geen honger had!”
JE WERKTE ALS ILLUSTRATOR VOOR GROTE NAMEN ALS MARLBORO, RENAULT, AEROLÍNEAS ARGENTINAS?
“Op mijn twintigste (Juan Carlos Ferrigno werd in 1960 in Buenos Aires geboren, n.v.d.r.) werkte ik reeds in de meest bekende illustratiestudio’s van Buenos Aires. We maakten er realistische tekeningen van auto’s, vliegtuigen, … voornamelijk voor reclame- en zakelijke doeleinden.”
HOE WERD HET IDEE VAN DE BEWEGING IN DE AUTOBEELDEN GEBOREN?
“Enkele jaren later werd ik illustrator. Toen bestonden computers nog niet, dus alles werd met de hand gemaakt. Na mijn werkdag in de studio volgde ik lessen aan The Fine Arts School. Het waren zware tijden, maar het gaf me een artistieke kijk op mijn schilderijen. Ik ontdekte dat realisme slechts één van de vele manieren was om te schilderen en het opende mijn geest voor verschillende stijlen en visies op kunst. Ik had trouwens een zeer goede kunstleraar die me enorm hielp om vooruitgang te boeken in mijn eigen stijl, gericht op beweging, actie en de opwinding van de motorsport. Sindsdien heb ik dit concept geïncorporeerd in mijn werk.”
WAT IS DE MOEILIJKHEID BIJ HET SCHILDEREN VAN BEWEGING?
“Het schilderij moet de kijker het gevoel geven van snelheid en actie. Dat idee moet altijd in je achterhoofd blijven. Mijn stijl balanceert op het evenwicht tussen realistisch en abstract. Autoliefhebbers onderscheiden graag de vorm van de wagen in het schilderij maar tegelijkertijd willen ze ook de snelheid voelen. Het moeilijkste is dat evenwicht, soms meer realistisch of soms meer abstract. Elk schilderij balanceert op een ander evenwichtspunt en heeft dat ook nodig. Ik schilder met acryl. Dat droogt sneller dan olie. Dus ik schilder kleurlagen en het schilderij vordert met elke penseelstreek tot ik besluit dat ik het juiste evenwichtspunt heb bereikt.”
HOE GA JE TE WERK?
“Elke auto heeft een unieke vorm, kleur of iets dat die auto, de race of die coureur onderscheidt. Maar die specifieke auto of race representatief uit het geheugen schilderen, is onmogelijk. Daarom ga ik eerst op zoek naar de informatie die ik nodig heb. Daarmee bepaal ik de compositie, afhankelijk van wat ik wil vertellen. Vervolgens de grootte, de kleuren en dan pas begin ik mijn verhaal. In het gezelschap van goede muziek komt de daaropvolgende uren het schilderij beetje bij beetje tot leven. Pure magie.”
WELK VAN JOUW WERKEN HEEFT VOOR JOU EEN BIJZONDERE BETEKENIS EN WAAROM?
“Tijdens de Mille Miglia-editie van 1992 ontmoette ik de Belgische juwelier Eric Van Esser in één van zijn prachtige Bugatti’s. Als groot kunstverzamelaar vroeg hij me meteen om veel grotere werken voor hem te schilderen. Na verschillende pogingen merkte ik dat ik hiermee nog meer kracht en beweging in mijn werk kon brengen. Vandaag ben ik erg trots op mijn grote schilderijen van Porsches, Bugatti 35’s, Ford GT40’s of oude F1 of Ferrari racewagens. Telkens ik aan zo’n twee à drie meter grote werken begin te schilderen, lonkt mij een grote en spannende uitdaging. Vandaag vind je mijn werken in The Cappelleschi Gallery van Van Esser”
Dit artikel komt uit ons magabook KNOKKE Talks. Issue 06 (winter vibes 2023). Te bestellen in onze webshop of gratis online beschikbaar om te lezen.
Journalist: Anja Van Der Borght