Skip links

Staycation: Spannende Momenten Om Ontdekkingen In Je Achtertuin Te Doen

Laten we maar al meteen met een filosofische wijsheid starten: ‘Een mens reist de wereld rond op zoek naar wat hij nodig heeft en keert terug naar huis om het te vinden.’ Je kan er een mooi macraméwerkje van maken en ophangen of je kan er tijdens deze bijzondere tijden ook je voordeel mee doen. De afgelopen maanden reisden we langs Nederlandse en Belgische pareltjes en we gaven ze in dit magazine een ereplaats. Dus, hoera aan het eigen Vlaams en Waals erfgoed met een uitgebreide ode aan de regio rond Durbuy. En nee, het buitenland loopt intussen niet weg. Laat dit jou als lezer inspireren om er straks ook je voordeel mee te doen …

DURBUY: WAT HET OOIT WAS, ONTPOPT ZICH TOT HIPPE TO DO.

Een weekendje binnen de grenzen logeren: heerlijk voor je ecologische voetafdruk. En dus koos ondergetekende om ‘het paradijsje van Wallonië’, Durbuy, te gaan ontdekken. Van mijn kortebroekenperiode herinner ik me nog een ‘verre reis naar de Ourthe’ met de ouderlijke Bedford, maar echt beklijvend was dat naar mijn herinnering niet. Met flink wat vooroordelen draaien we anno 2020 de parking van het vernieuwde “Le Sanglier” op …

“Dames en heren,” roept de mijnheer van het toeristisch treintje, “Over enkele seconden rijden we door het centrum van het kleinste stadje van België”. Een puber naast me is niet onder de indruk en speurt eigenwijs verder naar Waalse Pokémons. De lokale marketingjongens vinden zichzelf het kleinste stadje ter wereld, maar dat wordt door nogal wat officiële bronnen flink in twijfel getrokken. Het stadje op de grens van de provincie Luxemburg stamt uit de middeleeuwen en de sfeer van weleer is goed bewaard gebleven. Het bood een oversteek naar de andere oever van de Ourthe en was dus strategisch gezien een belangrijke plaats voor de aanwezige graven en adel. Het kasteel van de graven van Ursel, het oude klooster van de Récolettes, de oude kerk en – niet te vergeten – de graanhal zijn nog altijd stille getuigen uit deze roemrijke periode. Het zijn anno 2020 leuke stopplaatsen om even de nostalgische sfeer op te snuiven.

EEN NIEUWE WIND

Ondanks de traditionele woningbouw wordt er massaal gebouwd en verbouwd. Sinds Marc Coucke zijn oog op Durbuy liet vallen, beweegt er veel. Durbuy was jaren een ingedommeld juwelendoosje ‘waar er wel goede restaurants waren’. In de plaatselijke Office de Tourisme zat een mevrouw zich jaren overbodig te voelen. Af en toe waaide er een verdwaalde Japanner binnen die kwam vragen waar dan wel het Atomium stond. Intussen passé composé want twee Vlaamse vijftigers, Marc Coucke en Bart Maerten, hebben er de voorbije jaren meer dan 100 miljoen euro geïnvesteerd. Maerten brengt met zijn avonturenpark La Petite Merveille lokale contacten en jarenlange ervaring. Coucke koopt stuk voor stuk restaurants, hotels, golfclubs, campings en bossen op, nu al goed voor 500 hectare.

THINK GREEN

Ziedaar, het woord is gevallen: ‘Monsieur Le Flamand’ Coucke, wil Durbuy laten uitgroeien tot een unieke toeristische trekpleister met absolute aandacht voor ecologie. De zakenman komt al van kindsbeen naar het pittoreske stadje en kent er vrijwel elk stukje grond. Hij wil het oude karakter van het centrum behouden, maar in de onmiddellijke omgeving liggen er oneindige mogelijkheden met veel aandacht voor groen en eco. Het oude dieseltreintje wordt straks vervangen door twee elektrische treintjes. Niet makkelijk en bovendien heel duur want de nieuwe treintjes moeten dagelijks serieuze hellingen nemen. Maar geen nood, Durbuy wordt met twaalf laadpunten ook het grootste ecopark in de provincie Luxemburg. Auto’s zullen zoveel als mogelijk uit het centrum worden geweerd, want er komen grote randparkings waar de bezoekers met een (elektrisch) shuttlebusje opgehaald en teruggebracht zullen worden.

BUITENGEWOON VIJFSTERRENHOTEL

Statig en tegen de bergwand aanleunend verheft ‘Le Sanglier’ zich als een koningin boven het stadje. Dit was vijf decennia lang het werkterrein en thuisverblijf van de familie Cardinael. Bijna vier jaar geleden lukte het Marc Coucke om dit klassehotel en de merknaam over te kopen van Frédéric Cardinael. De Vlaamse apothekerszoon kocht er kort daarvoor al een pand. Hij engageerde sterrenchef Wout Bru om er met ‘La Bru’sserie’ en ‘Wagyu’ een nieuwe generatie van fijnproevers te lokken. Het restaurant kreeg een volledige upgrade en het tophotel is er eentje van 100 kamers, drie restaurants, zes vergaderzalen en een volledig gerenoveerd wellnesscentrum met zwembad en een prachtige binnentuin. De gebouwen werden via een ondergrondse tunnel met elkaar verbonden.

WEGDROMEN IN DE WELLNESS

Wie de Wellness Mesoestetic kan bezoeken, mag zich een godenkind noemen. Op de tweede verdieping van het klassehotel bevindt zich het wellnessparadijsje waar hotelgasten of niethotelgasten onthaald worden in een intimistische sfeer van hout en marmer. En dan wordt het kiezen: gebruikmaken van de hamam, de Spa Stream (hydrotherapie + chromotherapie), de sauna met panoramisch uitzicht over de natuur aan de achterzijde van de Sanglier, de ijsfontein, het thermisch bad (ideaal na de sauna), de doucheroute om het lichaam te stimuleren, de relaxatiezaal, de kruidenruimte met gearomatiseerd water en zoetigheden van de hand van Wout Bru, de buitenjacuzzi op het terras, de meditatieruimte of de verzorgingsruimte met drie cabines? Wat je ook verkiest: de dagelijkse sleur is zo vergeten …

Dit artikel komt uit ons magabook Knokke Actueel Issue 31.
Journalist: Mario De Wilde