Skip links

50 Jaar Windsurfen In Knokke-Heist

Zomer 1975. Aan het Zegemeer in KnokkeHeist wordt er iets nieuws gespot: een vreemd ogende plank met een zeil. Windsurfen. Voorbijgangers kijken, lachen wat, maar twee jonge gasten – Frank Vanleenhove en Tom Vandenbussche – kruipen erop en schrijven ongewild geschiedenis. Niemand weet het dan, maar dit is het begin van iets dat een halve eeuw later nog steeds nazindert.

EERSTE STAPPEN, BLAREN EN BLUF

Frank was 13, Tom 12. De plank woog 25 kilo, de giek was van teak, wetsuits bestonden niet, laat staan YouTube-tutorials. Wat er wél was: tomeloze goesting. “We stonden tot bloedens toe te oefenen”, herinnert Frank zich. Ze maakten fouten, vielen om en bleven doorgaan. Niet omdat iemand het hen opdroeg, maar omdat het verslavend was.

Met riet van het Zegemeer probeerden ze de mastvoet vast te klemmen. Avondenlang sleurden ze hun materiaal over de Elizabetlaan richting zee, gaven les in ruil voor wat surfminuten en werden zo – letterlijk – de eerste Belgische windsurfers op de Noordzee.

VAN CULT TOT COMMUNITY

Windsurfen groeide van rariteit naar rage. In het begin bleef het beperkt tot het meer. Maar al snel ontstond er een community: lesgevers, leerlingen, fans, winkels. Wishbone Surfshop in Duinbergen werd een heiligdom. Er werd verkocht, getest en gepraat in termen als ‘mastvoet’, ‘giek’ en ‘trapeze’, woorden die tot dan toe niemand aan onze kust had uitgesproken. Wie erbij was, weet het: dit was meer dan een sport. Het was vrijheid. Water. Wind. Avontuur. En een nieuw soort strandleven dat de stijfheid van de klassieke badplaats even door elkaar schudde.

IEDEREEN OP DE PLANK

Frank en co gaven les aan iedereen die het wilde proberen – letterlijk. Van toevallige toeristen tot leden van de adel. Burgemeester Leopold Lippens werd windsurfer, net als bekende namen als Jacky Ickx. Families kwamen samen een plank kiezen, leerden op vakantie het tuig op hun dak te binden en maakten zo van windsurfen een gezinsritueel.

De lessen waren intensief: 12 uur per dag, 7 op 7, in het Nederlands, Frans, Engels én Duits. Het Zegemeer werd een opleidingscentrum, een ontmoetingsplek, een sociale hub. Iedereen hoorde erbij, zolang je maar nat werd.

NAAR ZEE, NAAR DE TOP

De stap naar de Noordzee was logisch – en spannend. Daar kwamen nieuwe uitdagingen bij: stroming, branding, kou. Maar ook nieuwe kansen. Frank begon wedstrijden te surfen, werd Belgisch kampioen, reisde naar La Rochelle, Thailand, de Kanaaloversteek … Windsurfen ging internationaal en Knokke-Heist surfte mee. De Channel Surfing Club werd in 1982 gesticht en kreeg een eigen strook strand in Het Zoute. Eén cabine, één reddingsboot en de honger van honderden windsurfers. Containers werden clubhuizen en toen La Réserve het Zegemeer opgaf, trok de hele scene naar Laguna Beach in Heist. Een nieuw hoofdstuk.

WINDSURFEND ERFGOED

Wat Knokke uniek maakt in het Belgische windsurfverhaal, is niet alleen de geografische ligging of het mooie weer. Het is de mentaliteit. DIY, met stijl. Zo werden strandcontainers wit geschilderd om esthetisch te blenden in Het Zoute. Er kwamen strandbars avant la lettre, pistolets met hesp, gekoelde drankjes in geïmproviseerde koelkasten. Het waren geen bedrijven, het waren families – met zout in de haren en zonnebrand op de neus.

Frank leerde kinderen surfen, waaronder de families Deloddere, Buytaert, Torreele … Binnen de kortste keren stonden zij ook les te geven. De passie werd gedeeld. En doorgegeven.

DE ZOMER VAN KEITH & THE BEACH BOYS

1987 was een cultjaar. De Beach Boys speelden live op het strand van Knokke, in het decor van Franks kleurrijke zeilen. En Keith Haring, die op uitnodiging van de broers Nellens in het Casino exposeerde, kwam even langs. Hij kreeg surfles van Frank, raakte begeesterd en schilderde op een strandcontainer een uniek werk – zijn enige windsurfer ooit.

Die container is helaas verdwenen, maar het moment leeft voort in het collectief geheugen van elke windsurfende Knokkenaar. En in het Keith Haring-logo dat nog steeds Surfers Paradise siert.

SURFERS PARADISE: CLUBHUIS ALS SYMBOOL

In 1988 verhuisde de club naar een nieuwe plek, waar vandaag Surfers Paradise staat. Wat ooit het ‘hol van Pluto’ was, werd omgebouwd tot een clubhouse met vestiaires, douches, bar, berging. Windsurfen kreeg infrastructuur. Professionaliteit, maar zonder zijn ziel te verliezen.

Hier startten iconische wedstrijden zoals de O’Neill Coastrace en Jump & Fun Cup. Hier werd ook gefeest: surfparty’s in de Number One, tropische outfits, natte wetsuits aan de bar. Het strand was niet langer alleen zon en zand, maar muziek, beweging en leven.

VAN PASSIE NAAR BEROEP

Frank werd redacteur van Go Surfing Magazine, testpiloot voor nieuwe boards, captain van het D’Light Pro Team. Wat begon als een hobby groeide uit tot een carrière met impact. Het windsurfen was een katalysator voor de lokale economie, sport, jeugdwerking en het toerisme.

Van Zaventem tot Gran Canaria, van Malibu tot Zeebrugge: het Belgische surf-DNA werd geëxporteerd. Meestal met een plank die net niet in het vliegtuig paste. Meestal met discussies aan de gate. Altijd met een missie.

REDDINGEN, BLESSURES EN RAUWE REALITEIT

Maar windsurfen is niet alleen romantiek. Het is ook keiharde natuur. Frank werd meermaals gewond: gebroken duim, surfers ear, gescheurde enkelbanden. Hij verloor materiaal in zee. Sliep op zijn plank tijdens tochten langs de kust. En redde mensenlevens.

Een verdronken zwemmer, een bewusteloze surfer onder zijn zeil – Frank trok hen eruit. Hij kreeg daarvoor de Carnegie Hero Fund medaille. Geen fictie. Geen heldensymbool. Gewoon: wat je doet als je leeft op het water.

ERFGOED VANDAAG

Nu, 50 jaar later, kijkt Knokke-Heist terug op een halve eeuw windsurfen. Misschien is het wat stiller dan in de jaren ’90. Kitesurfen kreeg de spotlights. Jongeren kiezen sneller resultaat. Maar de ziel van het windsurfen leeft nog altijd in Surfers Paradise. In lessen, in verhuur en in verhalen.

Frank krijgt nog wekelijks vragen van oud-windsurfers of hij hun materiaal wil. Hij weigert het te dumpen. “Ik zou een museum kunnen beginnen”, zegt hij met een glimlach.

ERFGOED IN ACTIE

Op 17 en 18 mei werd Surfers Paradise het epicentrum van de Belgische windsurfgeschiedenis. Een expo van planken, een BBQ, een concert van Surfer Joe, een uniek kunstwerk van David DeBusseré. En een ‘50 jaar windsurfen’-T-shirt, met het originele Haringlogo.

Het was geen sentimenteel afscheid, maar een viering. Van zout op je lippen. Van zonsopgangsessies. Van de eerste keer rechtstaan op een plank. Want zoals Frank zegt: “Tot welke leeftijd je kan windsurfen? Dat moeten wij straks zelf nog uitvinden.”

Knokke-Heist, surfhoofdstad van België. Niet zomaar omdat de wind er goed zit. Maar omdat het lef had om te beginnen. En nooit gestopt is.

SURFERSPARADISE.BE

Dit artikel komt uit ons magabook KNOKKE Talks. Issue 09 (summer vibes 2025). Te bestellen in onze webshop of gratis online beschikbaar om te lezen.
Journalist: Ingrid Allaerts
Portretfoto: Ingrid Allaers
Interieur Foto’s: Damon De Backer
GEOFFROYVANHULLE.COM