
Geoffroy Van Hulle omschrijft zichzelf liefst als decorateur. Decoratie speelt in zijn interieurs een zeer grote rol. Zijn exuberante interieurs worden internationaal gesmaakt, van Knokke, Parijs, Amsterdam tot New York. Hij is absoluut een maximalist: gul met kleuren, patronen en dessins.
VOORSPRONG
“Ik kom uit een meubelmakersgeslacht, de zesde generatie intussen”, vertelt Van Hulle in zijn kleurrijke showroom in Knokke-Heist. “De ouders van mijn betovergrootouders startten in 1700 een klein atelier met meubels in Maldegem. Op diezelfde plek is nog steeds onze toonzaal gevestigd. Het familiebedrijf evolueerde van schrijnwerkerij naar meubelmakerij. Zo maakte mijn grootvader meubelsets voor jonge trouwers die hun uitzet kwamen kopen. Mijn moeder huwde met een boomkweker en had tot 1990 een bloemenwinkel. Uiteindelijk besliste mijn moeder om de meubelwinkel van haar ouders verder te zetten. Door mijn achtergrond had ik een grote voorsprong bij de eerste stappen in mijn carrière.”


VOEDINGSBODEM
Die achtergrond in enerzijds de meubelmakerij en interieur, anderzijds de bloemenwinkel van zijn moeder, vormde de ideale voedingsbodem voor Van Hulle. “Interieur fascineerde me als kind al. Samen met mijn grootvader bezocht ik de meubelbeurzen in Brussel en Mechelen. Tijdens de jaarlijkse kermis hielden we opendeurdagen in onze dorpswinkel.
Ik mixte alle meubelen die in de winkel stonden en haalde meubelsets uit elkaar.”
Zo kreeg een moderne tafel het gezelschap van een klassieke stoel en een antieke kast combineerde hij met een meubel uit de jaren zeventig.
Intuïtief en met gevoel voor schoonheid en harmonie stelt Van Hulle zijn interieurs samen. Die unieke aanpak met gemengde stukken werd goed onthaald en vormde het begin van zijn carrière. Hij volgde een opleiding binnenhuisarchitectuur, maar haakte af omdat het zijn ding niet was. Daarna deed hij stage bij een aantal decorateurs voor wie hij ontzag had. Vanaf dan ging het snel. “Op mijn 24ste heb ik de winkel grondig aangepakt en verbouwd. Het werd een toonzaal met verschillende kamers. In die tijd was dat nog ongezien. Zo zijn we geëvolueerd tot wat we nu zijn. We kleden interieurs aan van A tot Z, van gordijnen, meubilering, schilderwerken tot verlichting.”
INSPIRATIEBRON
De eclectische Engelse stijl vindt Van Hulle het best bij hem passen. Een voorbeeld voor hem in de jaren zestig was onder meer de Engelse binnenhuisarchitect en ontwerper David Hicks, bekend om zijn gedurfd kleurgebruik en het mengen van antiek met modern meubilair en hedendaagse kunst. “Hij was heel sterk in kleurcombinaties en het mengen van oud en nieuw, wat voor die tijd heel vernieuwend was in de klassieke, conservatieve Engelse interieurvisie. David Hicks heeft daar verandering in gebracht. Tot op vandaag is hij één van de meest invloedrijke inspiratiebronnen van hoe ik een interieur zie. Samen met andere artistieke mensen – waaronder theaterbouwer en fotograaf Cecil Beaton – vormden zij een clubje die een grote vernieuwing in lifestyle in het algemeen brachten.”
PERSOONLIJKE INTERIEURS
“Wij kleden huizen aan. Mensen komen naar een decorateur om geholpen te worden. Ze komen vooral naar hier omdat ze kleur in hun interieur willen. Ik hou niet van beige, grijs en wit. Vaak zijn mijn klanten mensen die veel reizen en van overal reissouvenirs meebrengen. Ze willen hun interieur vernieuwen of eens een andere stijl proberen. Ik vind het een pluspunt als er al veel objecten zijn.

Dan pas kan je een persoonlijk interieur maken. Mensen moeten zich thuis kunnen voelen in hun interieur, moeten gezelligheid ervaren en zich kunnen omringen met souvenirs, zoals een gedroogde bloem uit een korenveld in Afrika of een steen uit Azië. Persoonlijke dingen maken een interieur juist interessant. Een interieur is nooit af.”
GOEDE FLOW
“De architectuur van een huis doet er voor mij niet toe. Ik ben geen architect. Geef mij een garage en ik maak er een kasteel van. Bepaalde architecturale elementen moeten wel aanwezig zijn. De flow moet goed zijn en voldoende daglicht is heel belangrijk.
Symmetrieën en assen creëren rust.
Ik hou absoluut van een gestoffeerd interieur. Samen met de klant kiezen we de basisstukken. Als die keuze gemaakt is, de muren geverfd, de tapijten gelegd en de verlichting opgehangen, rijd ik naar de klant met een vrachtwagen vol en decoreer het huis zoals ik het voor mezelf zou doen. Daarna geeft de klant aan wat blijft en wat niet. Zo komen we samen tot een evenwicht dat zowel voor hen als voor mij leuk is.
Het zijn allemaal stukken met een verhaal, met een geschiedenis. Aan mooie dingen hangt natuurlijk een prijskaartje vast. Als je op maat werkt, heb je een grote impact op iemands leven. Je werkt bovendien jaren intensief samen en mensen laten je echt in hun leven toe.”
BLOEMEN, BOEKEN EN DRANK
Bloemen, planten, boeken en drank mogen niet ontbreken in een interieur, vindt Van Hulle. “Als mensen op bezoek komen, moeten die zich welkom voelen. Dat kan door een bloemetje op tafel, boeken binnen handbereik en door iets aan te bieden om te drinken. Daarom pretendeer ik in al mijn interieurs dat de afstand naar een boekenkast of een barkast nooit meer dan vijf stappen is. Goede kunst moet geen fortuin kosten. Ik ga liever op zoek naar lokale kunstenaars, zoals het schilderij van de 77-jarige kunstenares Arianna Caroli dat ik in Bangkok op de kop kon tikken. De kunstenares is totaal niet bekend,
maar ik vind haar werk geweldig. Het schilderij en ook de manier waarop het nonchalant en niet ingelijst aan de muur hangt, is een verwijzing naar de vergankelijkheid van bloemen. Haar werk straalt zoveel vitaliteit uit en raakt me in mijn ziel.”
Dit artikel komt uit ons magabook KNOKKE Talks. Issue 09 (summer vibes 2025). Te bestellen in onze webshop of gratis online beschikbaar om te lezen.
Journalist: Ingrid Allaerts
Portretfoto: Ingrid Allaers
Interieur Foto’s: Damon De Backer
GEOFFROYVANHULLE.COM